Achtergrondinformatie:
Deze boerderij stamt uit 1894, staat inmiddels op de monumentenlijst, is anno 2014 nog bijna geheel origineel en bovendien nog steeds bewoond. In het woongedeelte, vooraan in de boerderij bevindt zich een "opkamer" waardoor de kelder niet noodzakelijk op volle diepte de grond in hoefde. De bedsteden zijn kasten geworden, maar de kolenkachels (hout mag ook) staan er nog op hun plaats. In de stal is plaats voor 11 melkkoeien, in de uitbouw, linksachter, werden wat varkens gehouden. Er is inmiddels elektriciteit en waterleiding, gas voor de geiser komt nog immer uit een gasfles.
Bouwkundige details:
Merendeels in kruisverband gebouwd doch op enkele plaatsen is er gesmokkeld met het metselwerk. Omdat Brabantse boeren indertijd vrij arm waren, werd de boerderij opgebouwd zonder de hulp een bouwmeester of anderszins deskundige. De ramen van het woongedeelte zijn voorzien van glas-in-lood boven het kalf (het kalf is in deze een kozijnonderdeel). Het pand is voorzien van een rieten dak dat destijds iets voordeliger was dan dakpannen en bovendien een aangenaam isolerende werking had. Onderaan de uitbouw (linksachter) zit een "onlogisch" stukje rollaag: daar zit het gierputje van de "kakdoos". Een hokje met een zitplaats bestaande uit een plank met daar in een gat en daar op een houten deksel met handvat.
